Gildelied

Ook het gilde heeft een gilde-lied. Vandaag de dag wordt dit bij speciale gelegenheden gezongen door de gildebroeders. De historie en oorsprong van dit lied zijn onbekend.
Hieronder kunt u de tekst nog eens rustig nalezen of downloaden.


Wij komen uit Brabant, een stukje Nederland.
Wij zijn de vertolkers, van middeleeuwser trant.
Willibrordus is ons name, in Bakel ons tehuis.
Aan de rand der Peel gelegen, daar is ons tehuis.

Refrein (voor elke couplet):
Hier daar komt ons Gilde aan, Willibrordus is onz naam.
Met vliegend vaan en slaan de trom, keren wij weer om.

Onz Gilde heeft al jaren, ja eeuwen reeds bestaan.
Wij hebben hoog te houden, Willibrordus eer en naam.
Zoals onz Broeders deden, hun leuze kling nog lang.
Wij komen van Bakel, wij zijn niet bang.

:: Refrein ::

En zijn er Gildefeesten, in Peellands grote Kring.
Dan is het ook Willibrordus, die hier in mede dingt.
‘t Verleden heeft bewezen, op ieder Gild’festein.
Willibrordus mag er wezen, Willibrordus mag er zijn.

:: Refrein ::

Wordt er iop den boom geschoten, het is voor ons een eer.
Als wij den vogel vinden, en schieten hem teneer.
Bezien wij onze schilden, op Konings sterke rug.
Dan denken wij nog dikwijls, aan oude tijden terug.

:: Refrein ::

De broeders van Willibrordus, staan pal en onverteerd.
Als steeds trouwe beschermers, van d’Outer en Heerd.
Daarom zullen wij hopen, dat tot Bakels eer.
De roeme mag weerklinken, van Willibrordus weer

:: Refrein ::